In de eerste plaats moet worden onderzocht of er een oorzaak is bijvoorbeeld spierziekten, zoals spierbevangenheid (tying-up, maandagziekte) of PSSM, maar ook maagzweren, gastro-intestinale problemen of winderigheid.

Als dit wordt uitgesloten, kan het te wijten zijn aan een tekort aan vitamine E en selenium of een tekort aan elektrolyten (magnesium, calcium, kalium, natrium, chloride).

Bij het eten moet er op worden gelet dat:

  • Het paard een gemiddelde hoeveelheid hooi van 1,5% van de lichaamsmassa krijgt.

  • Graanhoudend voer vermeden wordt en daarvan in plaats vezel-gebaseerd krachtvoer voeren.

  • Indien graan wordt gevoerd, alleen in licht verteerbare, hydrothermisch ontsloten vorm, mais- en gerstvlokken voeren.

  • Het paard voorzien wordt van vitamine E (voor een paard met 600 kg tot 2000 mg vitamine E per dag) en selenium (1,8 mg per dag voor een paard van 600 kg).

  • Er elektrolyten (zoals natrium, kalium, calcium, magnesium en chloride) aangeboden worden en er voldoende water voor verbeterde spieractiviteit is.

  • Er aanvoer van goed opneembare aminozuren (proteïnen) als “bouwstenen” voor de spiercellen plaatsvindt.