Normaal paardenhooi van de eerste snede wordt meestal vrij laat gemaaid en is meestal vanaf het begin overwoekerd. Dit betekent dat de stelen vaak behoorlijk verhout zijn, het gehalte aan ruwe vezels zeer hoog is en het energie- en eiwitgehalte laag. Hoe ouder en verhouter het gras, hoe minder verteerbaar het eiwit dat het bevat in de dunne darm. Het paard kan echter alleen het eiwit gebruiken dat verteerd kan worden in de dunne darm. Vooral paarden met een verhoogde eiwitbehoefte (naast veulens en fokdieren ook sportpaarden, oude paarden, paarden in spieropbouw…) kunnen op de lange termijn een eiwittekort krijgen als ze uitsluitend hooi krijgen . Voer daarom hoogwaardige, geconcentreerde eiwitten. Het beste in de vorm van pure, essentiële aminozuren, omdat ze 100% verteerbaar zijn en de stofwisseling niet belasten. Hooi is ook arm aan mineralen, omdat deze voornamelijk in de bladmassa zitten en verloren gaan als het hooi vaak wordt gekeerd. Omdat het grofstammige hooi zeer intensief en lang in de zon moet drogen, gaan ook vitamine A (d.w.z. beta-caroteen) en vitamine E verloren. De ontbrekende sporenelementen (vooral koper, zink, selenium), bulkelementen (vooral calcium, fosfor, magnesium) en vitamines dient u te compenseren met een goede, hoogwaardige mineralenvoeding.